We willen allemaal tijd kopen. Eigenlijk is tijd het enige dat er toe doet. Ikzelf doe het door vermogen op te bouwen zodat ik straks minder of niet meer hoef te werken. Maar lang geleden deed ik het door zoveel mogelijk rotzooi weg te gooien, en daar boek ik nog steeds elke week tijdwinst mee.
Tijd kopen, we proberen het allemaal. Veel mensen doen het via de route gezondheid. Je kunt beter gaan eten zodat je langer leeft, naar de sportschool gaan zodat je langer sterk blijft, stoppen met roken is ook een heel goede, en ik vergeet vast nog wat voordehandliggende manieren.
Een andere manier is beter om te gaan met je aandacht. Proberen van je telefoonverslaving af te komen, daar win je zo een paar uur per dag mee (als het mij zou lukken, tenminste). Bovendien is een leven dat je grotendeels doorbrengt met afgeleid zijn, een verspild leven.
Ik heb een paar jaar geleden nog een andere manier gevonden. Een project dat leidde tot meer tijd in mijn week: ontspullen. Ik heb toen een kerstvakantie besteed aan al mijn rotzooi weggooien, weggeven en verkopen. Marie Kondo had de wereld nog niet veroverd, maar het kwam wel ongeveer op hetzelfde neer. Ik zette iets leuks aan op TV en ging aan de slag.
Dat was geen overbodige luxe want tot die tijd was ik een soort van maximalist. Ik had zoveel spullen dat ik er moe van werd. Letterlijk, ook. Ik weet niet meer of ik toen al een schoonmaker had maar die zal er ook wel moe van zijn geworden. En toen was ik het ineens zat. Ik nam twee weken vrij rond de kerst en besteedde één ervan aan ontspullen.
Ik maakte een heel lange lijst met zones in het huis en begon gewoon maar ergens. Ik had een berging naast mijn keuken waarvan ik de deur nauwelijks opendeed, omdat je toch alleen maar werd aangestaard door onuitgepakte dozen van mijn laatste remigratie. Ik pakte alle dozen uit, en gooide heel veel daarvan weg, of gaf spullen dolgelukkig een plek, blij dat ik ze weer had teruggevonden. In een hoek van de woonkamer lagen jaargangen tijdschriften op de grond die ik nooit meer zou lezen. Die allemaal naar de oudpapiercontainer in de straat brengen, was een feest. In een andere hoek stonden drie dozen waarvan ik bij god niet meer wist wat erin zat. Weinig bijzonders, bleek. Binnen een half uurtje was die hele hoek na jaren eindelijk leeg. Een enorm overschot aan kopjes, glazen, kommetjes, en twee hele serviezen van overleden familieleden hielden een hele kast in gijzeling. Je zag die kast bijna opgelucht ademhalen toen hij ervan verlost was. Ik ging alle dozen administratie door, en vrijwel niets van al die kilo’s papier had ik nog nodig. Ik hield één archiefdoosje over. Er waren meubelstukken die ik alleen gebruikte als aflegruimte voor spullen die ik nu aan het weggooien was, dus die meubelstukken zelf gingen ook weg. Bijzettafeltjes, vage kastjes, ik weet al niet eens meer wat. Overal kwamen heel confronterende stofwolken vandaan.
Er waren ook veel onafgemaakte hobbyprojecten. Ik verzon een regel: als je er stress van krijgt als je ernaar kijkt, gaat het in de vuilniszak. Een variant van ‘does it spark joy?’ die neerkomt op ‘does it spark stress?’ en als het antwoord ‘ja’ was, ging het weg. Zodra die dingen in een vuilniszak zaten, dus nog voordat ze überhaupt het pand hadden verlaten, was ik al opgelucht.
De hele toestand was best zwaar, want je raakt snel moedeloos als je al je rommel uit een kast hebt getrokken. Dus ik hield veel pauze, en probeerde elke middag te eindigen met iets leuks te doen met een vriend of vriendin, anders kwam ik mijn huis niet uit, maar ik stopte nooit. En de blije tv die op de achtergrond opstond, hield de moed erin.
Aan het eind van de week had ik nog wel een lijstje met projectjes over, maar die kwamen dan in januari wel. De meeste daarvan kwamen natuurlijk in januari helemaal niet. Maar de hele boel zag er een stuk beter uit. Ik had een groter huis, en ik was een lichter mens.

Nog steeds heb ik er plezier van dat ik dat monsterproject toen heb aangepakt, omdat alles veel rustiger is, en ook omdat het zo vreselijk veel tijd scheelt. Je hoeft niet te zoeken naar dingen, je koopt geen dingen dubbel, want je weet wat je hebt en je weet nog waar het ligt, ook! Wat een genot. Je lijkt wel zo’n ideaal Instagram-iemand! (Ter geruststelling: dat ben ik niet. De foto van mijn badkamer hieronder is best heel zen, maar dat is ook meteen as good as it gets. Verder ziet mijn huis er heel normaal uit.)
De schoonmaakster die ik tot voor kort had, zei altijd dat mijn huis het makkelijkst schoon te maken was van al haar adressen, omdat het allemaal zo netjes is. In het begin moest ik dan ontzettend lachen want ik ben helemaal niet netjes. Maar wat blijkt? Dat hoef je ook niet te zijn als je gewoon weinig spullen hebt. Ze was in twee uurtjes klaar.
Soms ruim ik even de badkamer op in de tijd dat het water van de douche opwarmt. Dat gaat makkelijk in die twee minuten, want er staat bijna niets in de badkamer. Als ik bij anderen thuis ben, valt mij vooral op hoeveel flessen shampoo, douchegel en andere zooi een mens kan verzamelen. Hoeveel van die dingen gebruik je? En hoeveel makkelijker zou het schoonhouden van je badkamer worden als je de rest allemaal het raam uit flikkerde?
Dus wil je meer tijd in je week? Gooi al je rotzooi weg, en zorg er vooral voor dat er geen nieuwe rotzooi meer binnenkomt. Dan hoef je de hal niet meer op te ruimen want er ligt niks, en je keukenblad ligt ook niet vol dingen die er niet thuishoren en die eerst aan de kant moeten voor je aan de slag kunt.
Ik merkte dit vooral omdat ik gisteren met een bekende een soort van challenge deed, ter motivatie. We gingen allebei ons eigen huis opruimen en kijken wie het eerste klaar was. Ik won alle rondes, want er ligt weinig in de weg. De voor- en na-foto’s van de keuken, de zithoek, de eettafel, de slaapkamer en de badkamer zijn allemaal maximaal een kwartier na elkaar genomen. Ik hoop dat ik mijn zelfvoldaanheid goed genoeg heb verborgen. Ik zal hem maar niet vragen of dat gelukt is.
Sinds mijn opruim-kerst doe ik de meeste kerstvakanties weer een rondje rotzooi weggooien, weggeven en verkopen. Buiten is het toch kutweer, en het is een heel fijne, opgeruimde start van het jaar. En tijdens het uitzoeken van je klerenkast heb je de tijd om eens te overdenken hoe het afgelopen jaar is gegaan. Het gaat elk jaar sneller – ook omdat ik minder twijfel, want als ik iets al twee kerstvakanties in de hand heb gehad en in de tussentijd niet heb gebruikt, gaat het nu echt weg.
Dit jaar ga ik het weer wat grondiger doen, want er is een beetje de klad in gekomen. Er liggen weer stapels tijdschriften. Mijn boekenkast heeft drie deurtjes die ik het afgelopen jaar niet één keer open heb gedaan. Misschien het jaar ervoor ook al niet. En er liggen weer vage plankjes hout die ik ga gebruiken voor een doehetzelf-projectje. Denk ik.


Leave a Reply