Vrijdagmiddag was ik aan het borrelen bij vrienden thuis. Ik keek snel even op mijn telefoon of mijn salaris binnen was gekomen, want dan moest ik even naar de WC om mijn maandelijkse inleg in mijn beleggingsrekening te doen.
(Even tussendoor. Straks in het nieuwe jaar, als ik automatisch beleg, hoeft dat dus niet meer. Kan ik gewoon doorborrelen met mijn vrienden.)
Ik bekeek dus mijn saldo, en daar klopte iets helemaal niet. Ik schrok zo, dat mijn vrienden dachten dat er iets ergs gebeurd was. Dat was niet het geval. Ik had een saldo dat veel en veel te hoog was. In plaats van bijna €4.500 stond er ruim €11.000 op mijn rekening. Wat was hier gebeurd? Ik logde in bij de bank (ik had alleen nog het saldo gezien in de widget op mijn home screen) en zag ik dat mijn ouders de schuldigen waren.
Ze hadden €6.633 overgemaakt. Het hele bedrag dat je dit jaar belastingvrij aan je kinderen kunt schenken. Dat hadden ze nog nooit gedaan. Sterker nog: ik geloof dat ik nog nooit meer dan €500 in één keer van ze heb gekregen, en dat was de erfenis van mijn oma, waarvan de kinderen hadden afgesproken dat ze het gingen verdelen onder de kleinkinderen, die het beter konden gebruiken dan zijzelf (ik was ergens in de 20 en toen klopte dat zeker).
Dat ze mij nooit veel geld hebben geschonken, is trouwens geen enkel probleem. Wij zijn van oudsher geen familie met geld, en mijn ouders hebben mij opgevoed met de gedachte dat je vooral je eigen broek moet ophouden. Zomaar grote bedragen van je ouders krijgen, dat is maar slecht voor je karakter. Blijkbaar is het window voor een verpest karakter gesloten, en durfden ze het nu wel aan.
Mijn ouders hebben tegenwoordig zelf zoveel geld dat ze het nooit meer zullen opmaken, maar ze zijn bepaald niet rijk geboren. Objectief bekeken zou je hun jeugd zeker wel ‘arm’ mogen noemen, hoewel ik me afvraag of ze het zelf zo zien. Ook toen ik geboren werd, groeide het geld hen niet op de rug. Ik herinner mij veel getuur in de portemonnaie, heel goedkope (maar geweldige) kampeervakanties tien kilometer van huis, eigen merk cola van de Aldi, mijn moeder die op zoek moest naar bijbaantjes om de gaten in de begroting te vullen. We gingen één keer per jaar uit eten, naar de Chinees, en dan mochten we één drankje bestellen. Omdat je die meteen al kreeg en nog een half uur op je eten moest wachten, was mijn uitdaging vooral: hoe gaat het me lukken lang genoeg van mijn cola af te blijven? Dat ik later in Amsterdam soms zelfs buiten de deur ging ontbijten als de yoghurt even op was, vonden ze verbijsterend.
Maar het is hen vergaan zoals bijna alle babyboomers die ik ken: goedkoop huis gekocht (grotendeels zelf afgebouwd omdat mijn vader een heel handige klusser is), meegegaan in de huizenlift, hard gewerkt, vet pensioen gescoord, calvinistisch zuinig blijven leven, huis verruild voor een appartement voor hun oude dag -> bakken met geld over.
Blijkbaar is het nu tijd om al die voorspoed met hun kinderen te delen. Met het praktisch inzicht dat mijn ouders hebben in geldzaken, en ongetwijfeld ook met het oog op hun groeiende fysieke ongemakken, zullen ze wel gedacht hebben: hoog tijd om te beginnen met de erfenis.
Ik hoop dat de grote klapper nog even duurt.

Leave a Reply